Christenen spreken wereldwijd dezelfde oude woorden uit
Reformatorisch Dagblad | Addy de Jong, | Maarten Stolk
16 JUNI 2025

De Geloofsbelijdenis van Nicea verbindt bijna alle christenen ter wereld. Maar dat betekent nog niet dat ze het in alles eens zijn. „Protestanten staan wat meer buiten ons gezichtsveld.”
De protestantse hoogleraar prof. dr. W. (Wim) van Vlastuin en de oosters-orthodoxe priester dr. H.P.S. (Michael) Bakker zijn deze dinsdagmiddag te gast in het bisschoppelijk paleis in Den Bosch, bij de rooms-katholieke Mgr. dr. G.J.N. (Gerard) de Korte. Een spoorwegstaking zorgt voor vertraging, maar uiteindelijk zitten ze gedrieën aan een lange mahoniehouten tafel in de kapittelzaal, waar de voorgangers van dr. De Korte vanuit hun lijsten aan de muur de eeuwen overschouwen.
Veel ouder nog is de Geloofsbelijdenis van Nicea, uit 325, maar die is voor de drie theologen zeker geen vergeten stuk papier.
Dr. De Korte: „Deze belijdenis, die regelmatig terugkomt in onze kerkelijke liturgie, is voor mij het hart van het klassieke christendom. Het gaat om Wie Jezus is en om de Drie-eenheid. God is altijd groter dan we kunnen verwoorden. Maar Jezus zei: „Wie Mij heeft gezien, die heeft de Vader gezien.” De Geest opent onze ogen voor de Zoon en via Hem kom je bij de Vader. Deze kern is wezenlijk voor het christendom, en ook voor mijn persoonlijk geloof.”
Prof. Van Vlastuin: „In mijn Hersteld Hervormde Kerk klinkt iedere week de Apostolische Geloofsbelijdenis, soms ook die van Nicea. Ik vind het altijd een heel gewichtig moment als ik in de aankondiging zeg dat we met de kerk van alle tijden en plaatsen ons geloof belijden.
Elke zin in ‘Nicea’ is geladen. Meteen al: „Ik geloof in één God, de almachtige Vader, Schepper van de hemel en de aarde, van alle zichtbare en onzichtbare dingen.” Dat betekent dus dat er achter heel het heelal én achter mijn leven geen onpersoonlijke kracht staat, maar een God en Vader. Daar zit liefde en zorg achter.
Het hart van Nicea vormen Christus, de verzoening, de heilsfeiten. Ik vind het prachtig dat de belijdenis, die in Constantinopel in 381 werd uitgebreid, ruim aandacht aan de Heilige Geest besteedt. Een heel mooi zinnetje is: „Ik geloof in de Heilige Geest, Die Heere is en levend maakt” en „Die gesproken heeft door de profeten”. Daar zit de hele Schriftleer in.
Dat de Geloofsbelijdenis van Nicea niet heel sterk in reformatorische kerken leeft, vind ik jammer. De aandacht, hoe goed ook, gaat vooral uit naar de Drie Formulieren van Eenheid: de Heidelbergse Catechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels. Reformatorische instellingen hebben die vaak, naast de Bijbel, alleen in hun statuten staan, zonder de vroeg-kerkelijke belijdenissen. Het is voor mij een soort kruistocht om steeds weer te zeggen: De kerk begint niet bij de Reformatie in de zestiende eeuw. Ze is bij Adam begonnen en kreeg na Pinksteren een nieuwe wending. De Vroege Kerk hoort er helemaal bij. De Reformatie wilde niet iets nieuws beginnen. De Drie Formulieren van Eenheid zijn slechts toelichtingen op de grote credo’s uit de oudheid: het Apostolicum en de geloofsbelijdenissen van Nicea en Athanasius.”
Dr. Bakker: „Persoonlijk voel ik me erg verbonden aan de Geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel. Ik ben een priester van het patriarchaat van Constantinopel. Deze tekst is in ónze schoot geboren. De orthodoxe kerk ziet zich als de natuurlijke voortzetting van de Vroege Kerk, zoals een baby een kind wordt en een kind een volwassene.
De Geloofsbelijdenis van Nicea wordt iedere week in de eucharistieviering gezongen. Als ik die woorden lees, dan hoor ik muziek, dan ruik ik de wierook.
In het Grieks wordt de geloofsbelijdenis ”symbool van het geloof” genoemd. Dat woord ”symbool” heeft een bijzondere betekenis. Bij het sluiten van een contract brak of scheurde je destijds een stukje hout of stof doormidden. Die twee delen kon je bij elkaar brengen als teken van overeenkomst. Zo is een symbool enerzijds iets van deze tastbare wereld. Maar het verwijst anderzijds naar iets wat niet tastbaar is. Dat is het sacramentele. Je ziet dat terug in de woorden van Nicea: „Jezus Christus is Licht uit Licht.” Hier wordt iets gezegd wat eigenlijk niet in woorden is uit te drukken.”
Kan de Geloofsbelijdenis van Nicea christenen uit verschillende tradities bij elkaar brengen?
Dr. De Korte: „Pas sinds het Tweede Vaticaans Concilie in de jaren zestig beseffen we echt dat wat ons als christenen van allerlei denominaties bindt, veel meer is dan wat ons scheidt. Vroeger begonnen we, ook als rooms-katholieke kerk, eerst met de verschillen, nu met de overeenkomsten. Dat zijn het geloof in de God van Israël, de menswording van God in Christus, de verzoening door het kruis van Christus en de triniteit, de Drie-eenheid. Dit zijn allemaal dingen die ons als christenen, zoals we hier aan tafel zitten, verbinden.”
Prof. Van Vlastuin: „Stel je voor dat we géén Nicea hadden, waar waren we dan als kerken gebleven? Nicea houdt ons ook wakker en bewaart ons bij de kernen van het christelijke geloof.”
Dr. De Korte: „Zeker, zeker.”
Prof. Van Vlastuin: „Het God-zijn van Jezus wordt in de belijdenis van Nicea ondubbelzinnig beleden. Hij is gestorven, opgestaan en komt terug om te oordelen. Dat alles staat in het kader van vergeving en verzoening. Dat lijken me de kernen van het christelijke geloof.
Gerard, jij hebt de verlichting bestudeerd. Kwam het juist niet door de verlichting dat deze kernen allemaal zijn gerelativeerd?”
Dr. De Korte: „Beslist: het geloof in de triniteit, maar ook de incarnatie (vleeswording, red.), de opstanding van Jezus en de gerichtheid op de verzoening, de vergeving.”
Prof. Van Vlastuin: „Daarom denk ik dat we als christenheid het geloof van de Vroege Kerk zouden moeten hervinden. Daarmee kunnen we een gemeenschappelijke orthodoxie vormen, tegenover de moderniteit.”
Dr. De Korte: „De Drie-eenheid van God wordt allereerst gevierd in de liturgie van het kerkelijk jaar, van advent tot en met Pinksteren: de komst van Christus met Kerstmis, het verzoenend lijden op Goede Vrijdag, de opstanding van Christus met Pasen, Zijn hemelvaart en de uitstorting van de Geest met Pinksteren.”
**Prof. Van Vlastuin: „**Mag ik jullie iets vragen? Zou het niet zo kunnen zijn dat in het christelijk geloof vandaag de dag de verzoening eerder wordt opgevat als verzoening tussen mensen en minder, de verticale lijn, met God? Gaat het niet meer over gerechtigheid in de samenleving dan over het Koninkrijk van God?”
Dr. Bakker: „Die concentratie op de verzoening is typisch reformatorisch en westers. Het is een juridische term. Natuurlijk, er is vergeving van onze zonden, maar in de oosterse kerken gaat het meer om Pasen, de opstanding van Christus, dan om Goede Vrijdag.
We hebben onlangs een nieuwe vertaling van de Psalmen uitgebracht. Ik kan de waarde van deze liederen niet genoeg benadrukken. Ze laten zien dat de mens niet zonder God kan leven en dat hij Zijn genade en vergeving nodig heeft. Ik weet niet of je dat steeds expliciet moet benoemen. Ik hoef mensen niet te vertellen wat ze fout gedaan hebben. Dat weten ze echt wel.
Wat ons ook bindt, is de doop. Voor het opstellen van Nicea zijn waarschijnlijk bestaande doopbelijdenissen gebruikt. In onze orthodoxe kerk krijgen we bijna wekelijks van mensen de vraag of ze zich bij ons kunnen laten dopen. Tieners, volwassenen – heel bijzonder. Er gebeurt echt iets in deze tijd. Ik vraag hun altijd eerst: Ben je al gedoopt? En als ze met zekerheid kunnen zeggen dat ze in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest zijn gedoopt, dan erkennen we die doop. We gaan niet herdopen, want er is één doop. Die doop hebben we gezamenlijk.”
In het jaar 325 was de kerk nog min of meer één. Zouden christenen niet meer moeten streven naar kerkelijke eenheid?
Dr. De Korte: „Bij zowel de Wereldraad van Kerken als de katholieke kerk staat zichtbare eenheid als een stip op de horizon, al zal die niet gemakkelijk te realiseren zijn. Maar we moeten gehoorzaam zijn aan het Woord van Jezus.”
Prof. Van Vlastuin: „Denk aan het Hogepriesterlijk gebed. Wat Nicea en de Vroege Kerk bedoelden, was inderdaad de eenheid van de zichtbare kerk: „Ik geloof in de ene heilige, katholieke en apostolische kerk.” Christus heeft maar één lichaam.
We mogen dit niet, wat in het protestantisme vaak gebeurt, vergeestelijken. Of slechts spreken over een onzichtbare kerk. Nee, de onzichtbare kant van de kerk is de binnenkant van de zichtbare buitenkant. Ik voel op dat punt een enorme verlegenheid. Waar is die eenheid? De kerk van de Reformatie is al niet één. Dus moeten we de geschiedenis als het ware terugrollen, om te zien waar er wél eenheid zou kunnen zijn.”
Dr. Bakker: „In het woord ”katholiek” horen we de naam rooms-katholieke kerk terug. Maar het betekent gewoon ”universeel”. In de eerste eeuwen werden de woorden katholiek en orthodox allebei gebruikt als verwijzing naar de ene kerk. Hoe kwam die eenheid tot uiting? Door commemoratie: priesters gedenken tijdens de eucharistie hun bisschop en ook andere kerken. Daarmee druk je uit dat je één bent.
Dat gebeurt nog zo. Als wij bij de commemoratie de paus in Rome als eerste zouden noemen, dan zou dat het begin van zichtbare eenheid zijn. Ik hoop in mijn leven nog mee te maken dat we in ieder geval de eenheid tussen de oosters- en oriëntaals-orthodoxe families kunnen herstellen. Protestanten staan wat meer buiten ons gezichtsveld.
In de Vroege Kerk drukten christenen hun eenheid uit door elkaar eucharistische gaven te sturen. Daarbij is het belangrijk dat je ervan uitgaat dat brood en wijn echt het lichaam en bloed van Christus zijn. Protestanten zien het brood meer als een symbool. Dan is het een stuk moeilijker om de eucharistische eenheid te herstellen.”
Prof. Van Vlastuin: „Het is heel reformatorisch om de ”presentia realis”, de werkelijke aanwezigheid van Christus in brood en wijn, te belijden. Maar niet in de substantie, maar door de Heilige Geest.”
Dr. De Korte: „Ja, door de Heilige Geest is er sprake van een blijvende ”presentia realis”. Voor katholieken en orthodoxen is het daarom heel ingewikkeld als het avondmaalsbrood na afloop van de dienst naar de vogels gaat en de wijn naar de jongerenclub.”
Prof. Van Vlastuin: „De grootste angel in de relatie met Rome zijn de uitspraken van het Concilie van Trente in de zestiende eeuw. De leer van de Reformatie over rechtvaardiging werd vervloekt.”
Dr. De Korte: „Ik wil erop wijzen dat er juist op het punt van de leer van de rechtvaardiging de laatste decennia veel positiefs is gebeurd. In 1999 zeiden de Lutherse Wereldfederatie en het Vaticaan dat deze leer niet meer kerkscheidend is.”
Prof. Van Vlastuin: „Maar waarom komt Rome niet gewoon terug op de vervloekingen van Trente?”
Dr. De Korte: „Hetzelfde geldt voor wat de Heidelbergse Catechismus over de paapse mis zegt. Deze teksten zijn in het heetst van de strijd ontstaan. Dan worden er over en weer harde dingen gezegd. Trente was vooral bedoeld om wantoestanden in de kerk te hervormen. In dat kader moet je dit lezen.”
Prof. Van Vlastuin: „Ik hoor jou dus zeggen dat we Trente vandaag de dag moeten relativeren?”
Dr. De Korte: „Als ik kijk naar de uitspraken van het Tweede Vaticaans Concilie en de oecumenische gesprekken over de rechtvaardigingsleer, dan denk ik dat er veel toenadering is geweest. Daar hebben we elkaar al gevonden.”
Prof. Van Vlastuin: „Ik heb die documenten ook gelezen, maar ben er nog niet gerust op.”
Wat betekent Nicea voor mensen in de moderne tijd?
Dr. De Korte: „De vraag is hoe je de boodschap van de drie-enige God zo helpend en verstaanbaar mogelijk kunt brengen. Dan denk ik weer aan dat prachtige woord van Johannes over Christus: „Wie Mij ziet, ziet de Vader.””
Prof. Van Vlastuin: „Ik noemde net al even het Koninkrijk van God. Moderne theologen spreken erover in termen van het hier-en-nu. Het is orthodox en klassiek om juist het transcendente, het andersoortige van het Koninkrijk van God te benoemen: de verticale dimensie van God Die mens werd. Christus is het Koninkrijk Zélf. Nicea reikt ons daar de woorden voor aan.”
Dr. Bakker: „Ja, maar de kerk heeft zich wel altijd tot de wereld moeten verhouden. Kerkvaders als Gregorius van Nyssa maakten gebruik van wereldse kennis.”
Dr. De Korte: „Ik denk inderdaad dat we moeten oppassen met te zeggen dat de kerk tegenover de moderne cultuur staat. De kerk bevindt zich ín de cultuur, en onze mensen ook. Daar worstelen ze mee. Het is de taak van de kerk om hen, altijd weer, bij Christus te brengen.”
Prof. Van Vlastuin: „Tegelijk heeft het Evangelie al twintig eeuwen lang iets vreemds. Het is anders dan de cultuur.”
Dr. De Korte: „Dan gaat het om bekering, anders denken en handelen.”
Dr. Bakker: „Vreemdelingen in deze wereld.”
Bakker, De Korte en Van Vlastuin
Dr. H.P.S. Bakker (59) is universitair hoofddocent en rector van het door hem opgerichte St Irenaeus Orthodox Theologisch Instituut aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Michael Bakker groeit op in een gereformeerd gezin en wordt in 1986 lid van de Russisch-orthodoxe kerk. Hij studeert onder meer Slavische filologie aan de Universiteit van Amsterdam en promoveert daar in 1996 cum laude op een onderzoek naar een kritische editie van het Oud-Slavische Nieuwe Testament. Bakker wordt in 2009 orthodox diaken. In 2015 wordt hij tot priester gewijd.
Mgr. dr. G.J.N. de Korte (70) is sinds 2016 bisschop van ’s-Hertogenbosch. Gerard de Korte wordt geboren op 13 juni 1955 in Vianen. Hij studeert geschiedenis en theologie en wordt in 1987 priester in de rooms-katholieke kerk. De Korte promoveert in 1994 op een studie over pastoraat. In 2001 wordt hij hulpbisschop van het aartsbisdom Utrecht, in 2008 bisschop van Groningen-Leeuwarden. De Korte is betrokken bij het Platform Rome-Reformatie, dat vindt dat de rooms-katholieke kerk en de protestantse kerken niet langer gescheiden mogen optrekken.
Prof. dr. W. van Vlastuin (62) is rector van het Hersteld Hervormd Seminarium en hoogleraar theologie en spiritualiteit van het gereformeerd protestantisme aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Wim van Vlastuin, geboren op 6 maart 1963, studeert theologie en dient als predikant de (hersteld) hervormde gemeenten in Wouterswoude (1990), Opheusden (1995) en Katwijk aan Zee (1999-2009). Hij promoveert op een onderzoek naar de leer van de Heilige Geest in de opwekkingstheologie van Jonathan Edwards (1703-1758) en schrijft verschillende boeken, waaronder ”Katholiek vandaag”.
Afbeelding van Phill Sacre via Pixabay
Gerelateerde berichten

28-11-2023 Reformatorisch Dagblad
„Katholieke catechismus is gids door schitterend bouwwerk”
De Catechismus van de Katholieke Kerk is na ruim dertig jaar in een nieuw jasje gestoken. Toch is het maar de vraag...

01-09-1978 Protestants Nederland
"Rooms-Katholieken en de Bijbel"
Nadat door de R.K.kerk het lezen van de Bijbel ook voor de „leken" is vrij-gegeven, ja zelfs voor het lezen van de...

01-05-2015 IRS
"Tijdloze genade"
Augustinus blijft boeien. Na zestienhonderd jaar worden er nog steeds nieuwe geschriften van hem vertaald en aan de vergetelheid ontrukt. Onlangs verscheen...