"Nederlanders zoeken troost" Maria de troosteres der bedroefden.
IRS
01 DEC 2004
Op bedevaart naar Kevelaer
Rome, Lourdes en Santiago de Compostella. Het zijn drie plaatsen die tot de verbeelding van de rooms-katholieke gelovige spreken. Vergelijkbaar met Mekka voor moslims en de rivier de Ganges voor hindoes. De meesten hopen door hun pelgrimsreis een zegen van God te krijgen, zoals genezing. Vaak staat in een bedevaartplaats een heilige centraal. Met de hulp van bijvoorbeeld Maria zou een zondaar sneller en beter toegang tot God kunnen krijgen. De heiligen fungeren als middelaar tussen God en mens.
Een Nederlandse rooms-katholiek hoeft niet ver te reizen om op bedevaart te gaan. Het Duitse Kevelaer is natuurlijk niet te vergelijken met Rome, maar biedt wel vier kapellen, twee kloosters, een basiliek en een kruisweg. De meeste bedevaartgangers komen in georganiseerd verband. Het aantal Nederlandse bussen dat naar Kevelaer afreist, is aanzienlijk. Met een groep reist altijd een Nederlandse rooms-katholieke geestelijke mee, die voorgaat in verschillende diensten. Een vast onderdeel van de reis is een processie door Kevelaer langs alle belangrijke plaat
Bevreemding
Het zien van al deze pracht en praal wekt bevreemding. Waarom zo veel eer voor Maria en nauwelijks aandacht voor de Heere Jezus!
Het is allemaal begonnen met marskramer Hendrick Busman (16071649). Het verhaal gaat dat deze vrome man voor een kruis in de buurt van Kevelaer bad en tot driemaal toe van een stem uit de hemel de opdracht kreeg om op die plek een kapel te bouwen. Zijn vrouw kreeg een visioen. Zij zag de kapel voor zich met daarin een prentje dat haar enige tijd daarvoor te koop was aangeboden. Ze had het echter niet gekocht. De vrouw begon een zoektocht en vond de afbeelding van Onze Lieve Vrouw van Luxemburg. De kapel met de prent trok veel mensen uit de omgeving. Na de dood van Busman is de Genadekapel rond de kleine kapel gebouwd.
De bezoeker van de Genadekapel ziet de prent niet direct bij binnenkomst. Hij moet een smal gangetje door om bij een groot glazen raam te komen. Daarachter glinstert van alles. In het midden hangt de prent waaraan menig rooms-katholiek zo veel waarde hecht. De afmeting is niet veel groter dan die van een ansichtkaart. Eromheen hangen veel kettingen en andere sieraden, als geschenk voor "Maria, de troosteres van de bedroefden".
Een oudere vrouw die hier jaarlijks met de Haagse Bedevaarten komt, ziet niet veel bijzonders in de prent. Ze ervaart hem in ieder geval niet als het hoogtepunt van de driedaagse bedevaart. De hoogmis spreekt haar veel meer aan. "Dat orgelspel in de kathedraal. Alle bazuinen gaan uit. Heel indrukwekkend."
Als reden voor haar terugkomst naar Kevelaer dit jaar noemt ze het overlijden van haar broer een halfjaar geleden. "Ik heb hier troost ervaren. We moeten maar geloven dat hij nu in de hemel is."
Kaarsen
Wie niet in een rij langs de Mariaprent wil schuifelen, kan ook buiten op een bank plaatsnemen. Een luik in de Genadekapel zorgt ervoor dat belangstellenden buiten de prent ook kunnen zien. Er zitten bijna altijd wel mensen op de banken. Nonnen en pelgrims nemen hier rustig de tijd om tot Maria te bidden en om te mediteren.
Bij een bezoek aan de Genadekapel hoort het kopen van een kaars. Eén exemplaar is voor de meesten niet voldoende. Een jonge vrouw loopt met een handvol kaarsen de kapel uit en steekt ze aan op het rek naast de Kaarsenkapel. Naarmate de dag verstrijkt, worden er meer rekken geopend en ook die komen allemaal vol te staan.
De gewone toerist is eenvoudig te onderscheiden van de bedevaartganger. Op een bankje naast de kerk rust een Nederlands echtpaar uit. Ze zijn wel rooms-katholiek, maar zien hun bezoek aan Kevelaer niet als een bedevaart. "Ik jat altijd een kaars", vertelt de vrouw zonder blikken of blozen. Haar mening over Kevelaer laat aan duidelijkheid niets te wensen over: "Het is mooie kitsch. En de winkels varen er wel bij.
Haar man is iets milder in zijn bewoordingen. Hij wil geen kwaad woord horen over bedevaartgangers die zeggen dat ze hier genezen zijn. "Laat die mensen toch. Ik zeg altijd: een op de duizend geneest hier vanzelf. Dat is toch mooi. Daar moet je niets tegen doen." Dat er een stichting is die rooms-katholieken met het gedachtegoed van de Reformatie bekend wil maken, vindt hij ook geen goede zaak. "Laat die mensen toch geloven wat ze willen."
Een Nederlandse geestelijke volgt de diensten in de verschillende kapellen en in de basiliek met grote aandacht. Dat "de mensen er hier helemaal uit zijn en helemaal de tijd voor God nemen.", ziet hij als groot voordeel van een bedevaart vergeleken met het gewone kerkbezoek in Nederland.
Werkzaamheden
Na een dag bedevaart is het tijd om naar de hotelkamer te gaan aan de Kapelplaats, het centrale plein. De kamer biedt uitzicht over het plein en ''s avonds om elf uur kunnen we nog meegenieten van gezang. Een groep Nederlanders zingt in de Kaarsenkapel aan de overkant:
"Grote God, wij loven U". Het orgel laat vervolgens het Bach-koraal "O Mensch, bewein dein Súnde gross" horen. Het doet weldadig aan na een dag vol met Mariaverering.
Bedevaartgangers krijgen een korte nachtrust, want de volgende morgen om iets voor halfzeven wekken de kerkklokken hen al voor de eerste mis. Maar voor de Nederlandse en andere bezoekers de straat op gaan, krijgt de zeshoekige Genadekapel een schoonmaakbeurt. Buiten is een man bezig het vet dat van de brandende kaarsen is afgedropen in een grote emmer te scheppen. Hij gebruikt een grote schop en is met vijf, zes keer scheppen nog niet klaar. De bedevaartgangers kijken niet op een dubbeltje. Op een handkar -het centrum is autovrij- vervoert de man twee houten kratten met nieuwe kaarsen.
Ondertussen wordt het druk op straat. Een groep Duitsers begint de dag met gezang bij de Genadekapel. Daarna is er een kwartier lang de tijd voor persoonlijke meditatie. Als de groep ter afsluiting nog een lied zingt, klinken er uit de basiliek ook gewijde klanken. Het bedevaartleven is weer in volle gang.
Op straat overheersen de Nederlanders. De meesten zijn op reis met de Haagse Bedevaarten, een organisatie die ieder jaar zowel een dagtocht als een driedaagse reis naar Kevelaer organiseert. De animo voor de reis met twee overnachtingen is het grootst: 130 deelnemers. Het aantal belangstellenden voor de dagtocht blijft op honderd steken. De meesten hebben al een respectabele leeftijd en zien de bedevaart als een jaarlijks terugkerend uitje.
Hoteleigenares Voss kent de gasten dan ook goed en houdt rekening met hun wensen. "Als iemand al 29 jaar op kamer 11 slaapt, kun je hem niet opeens een andere kamer geven. Nee, dat zou niet goed gaan." Zelf gaat ze niet vaak naar de basiliek of een van de kapellen. "Daar heb ik geen tijd voor, omdat ik voor de gasten moet zorgen."
Kruisweg
Iets wat iedere bedevaartganger in Kevelaer doet, is de Kruisweg lopen. Een grote groep Duitsers verzamelt zich om in processie door de drukke straten naar de Kruisweg te lopen. Halverwege de groep loopt een man met microfoon die voorzegt wat de anderen hem nazeggen, beter gezegd naprevelen. Voor aan de stoet lopen jongeren met een wit kleed over hun kleren. Zij dragen de vaandels. Het bijbehorende muziekkorps speelt "O hoofd vol bloed en wonden". Aangekomen op het bospad, dat Kruisweg heet, stelt de groep zich op rond de eerste kapel. De groep buigt voor de afbeelding van de Heere Jezus. Voorafgaand aan het meditatieve deel is er eerst een verzoek van algemene aard.
"Het is moeilijk, maar ik vraag iedereen om de hele weg stil te zijn."
De tocht is uitputtend. Na elf stopplaatsen met kapellen komt de groep bij het kruis. Een gebed klinkt: "Geef ons in ons stervensuur te geloven in de verlossende kracht van het kruis." De optocht keert daarna terug naar het oude centrum. Een enkeling haakt bij het zien van terrasjes af.
Als anderen hem daarop aanspreken, verweert de man zich: "We combineren het nuttige met het aangename." "En wat wilt u drinkend" informeert de ober. "Bier, zo''n heel grote."
Het is na elke mis, processie of kruistocht hetzelfde ritueel. De bedevaartgangers bezetten de terrassen en bestellen een pilsje. Een vrouw van minstens tachtig doet net zo hard mee als de man die in de processie een ereplaats had.
Net voor het begin van een volgende dienst hollen drie jongens met een zwart kleed over hun kleren voorbij. Onderweg trekken ze nog snel het witte kleed erover. Nog geen vijf minuten later staan ze met een devoot gezicht voor in de kerk en lopen ze mee in een processie.
Afscheid
Voor de groep van de Haagse Bedevaarten wordt het tijd om afscheid te nemen. Dat gebeurt in een kerk iets buiten het oude centrum. Na het reisgebed heffen ze het Marialied aan in het Latijn.
"De mensen zijn er helemaal uit en nemen helemaal de tijd voor God"
Dan volgt het zegenen van de kaarsen, beelden en andere ''heilige'' voorwerpen die de bedevaartgangers in Kevelaer hebben gekocht. De meeste souvenirs zitten al in de koffers in de bus, maar dat vormt geen probleem. "Als ze hier niet aanwezig zijn, weet de zegen van de Heer zijn weg wel te vinden." De voorganger zwaait het wijwater alle kanten op en zegent de ''heilige'' voorwerpen in de naam van de drieenige God.
Foto: Infinitas Gracias via Flickr