Terug naar overzicht

"Wat betekent het om een protestants christen te zijn?" Prof. Dr. M.G.van de Velden over de betekenis van het woord protestants.

Protestants Nederland | Prof. Dr. M.G.van de Velden

01 NOV 1998

reform-wall-8070838_1280

Terug naar overzicht

Wat is een protestant? Het antwoord op deze vraag ligt voor de hand: een protestant protesteert. Bij de naam protestant moeten we dan wel het woord in zijn oorspronkelijke betekenis gebruiken. Protesteren betekent letterlijk: getuigen vóór. Je protesteert niet in eerste plaats tegen iets, maar voor iets, het betekent belijden, publiekelijk uitspreken wat je ten diepste beweegt. Vanuit deze betekenis van het woord protesteren proberen we de vraag in de titel te beantwoorden.

Bij het overwegen van deze vraag dringt zich bij mij het beeld op uit de Schriftlezing aan het begin van deze avond (Lucas 10:38-42). Ziet u het voor zich? Het is een hele drukte in het huis van Martha en Maria. Een heel gezelschap is gekomen: Jezus en Zijn twaalf discipelen. Gastvrouw Martha wordt meteen actief. Er moet van allerlei geredderd worden voordat er voor ieder een plaats is en er moet gegeten worden. Martha’s hoofd loopt om.

Midden in al die beweging, activiteit en drukte zit Jezus en Maria, de zuster van Martha, zit aan zijn voeten. Jezus spreekt en Maria luistert. In al die drukte is dat tafereel bij wijze van spreken een eiland van rust, van stilte: Maria aan de voeten van Jezus Zijn Woord horende. Dit beeld pas ik toe op de protestantse christen: aan de voeten van Jezus het Woord horende. Dat is het eigenlijke, het wezenlijke kenmerk van de protestantse christen.

Wij gedenken vandaag de Hervorming, het nieuwe begin voor de kerk bijna 500 jaar geleden. We zouden veel kunnen aansnijden om te laten zien van hoe groot en breed belang de beweging van de Hervorming is geweest: vernieuwing van geloofsleven, vernieuwing van theologie, van de kerk, maar ook de grote veranderingen in de maatschappij en de samenleving: het gelaat van Nederland, van Europa is door deze vernieuwing veranderd. We belijden: de Reformatie met al haar vrucht is van de Here geschied, is een gave van Zijn onuitsprekelijke genade.

Gedenken en danken

Dan vragen we bijna vanzelfsprekend: en nu, hoe danken we nu voor de Hervorming? Je kunt zeggen dat iedere tijd vraagt om een eigen wijze van gedenken en danken. En als dat dan om onze tijd gaat, hoe zullen we nu de Reformatie gedenken. Bij die vraag dreigen eerst de woorden in onze keel te stokken en even later komt de stroom los van zorgen, van vragen, van klachten: wat betekent de Hervorming nog voor de grote meerderheid van het Nederlandse volk, voor zeer velen in de kerken? We kunnen veel noemen: de kerk is geworden tot een te verwaarlozen groep mensen aan de rand, de secularisatie heeft genadeloos toegeslagen, de zedelijke achteruitgang op velerlei gebied....

Laten we daarmee ophouden, met dat klagen. We zijn immers protestant, we getuigen vóór, we belijden. We zijn geroepen, gedenkend en dankend verantwoording af te leggen van de hoop die ons geschonken is vanuit het Woord, het Evangelie.

In de onrust van de tijd, in de zorg om de kerk en de samenleving, soms in de angst voor de toekomst van onze kinderen, voor de toekomst van Nederland en van Europa, dat gezegend is omdat het Evangelie daar zolang is gepredikt, betekent gedenken van de Hervorming terugkeer naar de basis, het fundament, de kern, het hart van wat de Schriften tot ons heil verkondigen en de vaderen hebben beleden: het ene nodige, aan de voeten van Jezus het Woord horen telkens opnieuw. Wat er ook veranderd is, het Woord van God is in 1998 hetzelfde en het is nabij. In het Woord komt Christus zelf naar ons toe, de Zoon van God, overgeleverd om onze zonden en opgewekt om onze rechtvaardigmaking. Het Woord van God, het Evangelie zegt tegen ons, mensen: jij falend mens, schuldig en machteloos, jij bent voor God zoveel waard, dat Hij Zijn enige Zoon Jezus Christus heeft gezonden om jou te redden. Dat hoor ik. En ik moet het telkens opnieuw horen, want ik vergeet het, ik raak het kwijt in alle drukte en zorg. Eén ding is nodig!

Criterium

Is er dan niet veel meer nodig? Is er niet de roeping om in de wereld, in de samenleving bezig te zijn, om te getuigen in woord en daad, je in te spannen voor gerechtigheid en vrede in de samenleving en in de wereld. Jazeker, maar dan wel vanuit dat éne nodige. Dat éne nodige is het criterium, de toets van wat nodig is en wat niet nodig is. Wat maken we ons vaak druk in de kerk en in de samenleving om zaken die ten laatste niet nodig zijn!

Vanuit het éne nodige zeggen we: de kerk is nodig, de gemeente. In het verhaal van het Evangelie is Maria ook het beeld van de gemeente. De gemeente is niet absoluut nodig, ze is geen heilsinstituut zonder hetwelk we niet behouden kunnen worden. Ze is wel nodig als gemeenschap waarin we samen zitten aan de voeten van Jezus, waar stem wordt gegeven aan de woorden van het leven. We hebben elkaar nodig om te blijven geloven. De Hervorming gedenken is danken voor de gemeente. De Reformatie betekende de vernieuwing van de gemeente. Ze is niet meer afhankelijk van de priester of voorganger, maar, om het in wat eigentijdse woorden te zeggen, de gemeente is nodig. Haar zijn de woorden van God toevertrouwd. Daarom behoort bij het danken voor de Hervorming het voluit meedoen met de gemeente. Ook het willen horen bij de gemeente is een aspect van het getuigen vóór! De gemeente lijkt in de huidige cultuur en samenleving naar de rand gedrongen. Toch is zij er ook voor de samenleving. De kerk, de gemeente is een voortdurende herinnering aan het andere, aan de Ander die door Woord en Geest spreekt, ook midden in de cultuur van onze dagen. Naar de kerk gaan is een getuigenis. We zeggen daarmee: dit heb ik nodig. Maar we zeggen tegelijk tot ieder die ons ziet gaan: dit hebt u ook nodig. Mijn leermeester prof. Van Ruler ging ‘s zondags naar de kerk met de kerkboeken duidelijk in zijn hand, opdat iedereen kon zien dat deze man naar de kerk ging. We gaan niet alleen voor onszelf naar de kerk, maar ook voor anderen om samen te horen, te bidden, te belijden en loven - tot een getuigenis voor velen.

Het gebed is nodig. De overgave, de aanbidding, het roepen, belijden, pleiten, vragen. Bidden is vooral samen bidden, eenparig. In de Bijbel zijn grootse beloften verbonden aan het bidden. Bidden is protesteren vanuit het ene nodige, protesteren voor Gods Aangezicht, protesteren vanuit het lijden aan de tijd. Dat is de roeping van de protestantse christen in deze tijd. We zijn verontrust door wat er gebeurt in de werkelijkheid, in de wereld, de samenleving, in de kerk en in de gemeenten. Ik hoop dat u eronder lijdt dat er zoveel geschiedt dat lijkt te spotten met Gods heilrijke bedoelingen. Protesteren door te bidden.

En dan: de bereidheid tot getuigen, belijden. Pro-testeren in woord en daad, niet allereerst negatief, maar positief, vanuit het hart, de kern van het Woord van God de werkelijkheid onder ogen zien. De kern ziet wijd. Nodig is dat er dingen gezegd worden vanuit het éne nodige, meestal tegen veel weerstand in. Nodig is dat van het ene nodige dingen gedaan worden, ook al schijnt het niets uit te halen: daden die uit zijn op een samenleving naar Gods gebod, gerechtigheid en vrede in het groot en in het klein op de plaats waar we gesteld zijn. Dat betekent strijd, want het lijken druppels op een gloeiende plaat, maar dat is de goede strijd, de strijd die vol beloften is. Daartoe zijn we als kerk, gemeente in de samenleving van Nederland geroepen. De aanvechting wordt ons niet bespaard. We mogen het uithouden als we onze plaats kennen: aan de voeten van Jezus het Woord horende. Hij is immers in alle dingen gelijk wij verzocht geweest.

We zingen straks een lied waarin deze woorden staan: ‘één vuurbaak staat te branden in het duister van de dood’. Dit aansprekende beeld vertolkt de hoop, het perspectief. Jezus Christus heeft het laatste woord.

Vergaard uit alle streken

in heel de wereld één,

werd dit haar zalig teken,

dat allen is gemeen.

Eén bede vouwt de handen,

één zegen breekt het brood,

één vuurbaak staat te branden

in ‘t duister van de dood.

Rede uitgesproken tijdens de Hervormingsherdenking, gehouden op 30 oktober in de Prinsekerk te Rotterdam, georganiseerd door de afdeling Rotterdam van de Vereniging Protestants Nederland.

Afbeelding van Yves via Pixabay