Wat het bidden tot heiligen te maken heeft met het geloof in de opstanding
Nederlands Dagblad | Hendro Munsterman
30 MRT 2024
Katholieken bidden massaal tot Maria en de andere heiligen, protestanten doen dat niet of nauwelijks. Wat doen katholieken eigenlijk als zij tot een heilige bidden? En hoe lastig is dit voor de eenheid van de kerken?
De scheidslijn tussen leven en dood is in de katholieke leer en praktijk stukken poreuzer dan in het protestantisme. De reformatoren en hun opvolgers maakten korte metten met het bidden tot de heiligen, niet in de laatste plaats vanwege alle uitwassen die de middeleeuwen op dit gebied hadden laten zien. Vanouds staan protestanten op het standpunt dat het bidden tot Maria of de andere heiligen ‘onbijbels’ is.
Recent onderzoek van deze krant naar hoe christenen in Nederland bidden, laat dan ook opvallende verschillen zien. Van alle katholieken bidt 72,2 procent meer of minder regelmatig tot Maria, van de protestanten slechts 2,4 procent.
Grappig is wel dat katholieke vrouwen vaker (73,4 procent) tot Maria bidden dan mannen (71,9 procent), terwijl dat bij de protestanten juist andersom is (2,1 tegen 2,7 procent). Tot de andere heiligen richt zich 33,2 procent van de katholieken en 0,9 procent van de protestanten.
misdadiger
Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw is er door katholieke en protestantse theologen veel gesproken over deze verschillen. De belangrijkste oecumenische documenten die we momenteel hebben, komen eigenlijk tot een gelijkluidende conclusie: We agree to disagree.
Aan katholieke zijde onderstreept men dat elk gebed tot een heilige een gebed ‘op voorspraak’ is. Zij die ons in geloof zijn voorgegaan, bevinden zich bij God. Zelfs tegen de misdadiger die samen met Jezus gekruisigd werd, zei Hij: ‘Vandaag nog zul je met Mij in het paradijs zijn.’
middelaar
In het Tweede Boek Makkabeeën - een geschrift dat wel in de katholieke en orthodoxe, maar niet in de meeste protestantse bijbels staat - kunnen overledenen een voorspraak zijn voor hen die nog op aarde leven. Al vroeg in het christendom is in het vervolg daarvan de overtuiging ontstaan dat de doden bij God voor ons kunnen bidden. Want ‘het gebed van een rechtvaardige vermag veel’ (Jakobus 5, vers 16). En de brief aan de Hebreeën (12, vers 1) spreekt over een ‘wolk van getuigen’ en ziet dus overledenen en levenden op elkaar betrokken.
Wanneer de Katholieke Kerk haar gebedspraktijk op deze wijze uitlegt, zien de lutherse, gereformeerde en anglicaanse theologen die in de belangrijkste oecumenische dialogen deelnamen, geen obstakel voor het unieke middelaarschap van Christus. Anders zou het aan levende medegelovigen om gebed vragen dat immers ook zijn.
En dat iets ‘onbijbels’ is, maakt het nog niet ‘antibijbels’, stelden deze theologen samen met hun katholieke collega’s vast. Het wordt namelijk ook niet expliciet in de Schrift verboden. Bovendien zijn er wel meer kerkelijke tradities - ook aan protestantse zijde - die geen directe bijbelse oorsprong hebben.
ontsporen
Zo werd er oecumenische overeenstemming gevonden: mochten katholieken en protestanten ooit samen een kerk vormen, dan mogen katholieken (van de protestanten) best tot de heiligen bidden, maar hoeven de protestanten dat (van de katholieken) niet te doen. Zo werd de angel uit het conflict gehaald.
Maar dat betekent niet dat bidden op voorspraak niet kan ontsporen. De Amerikaanse rooms-katholieke theoloog Elizabeth A. Johnson beschreef in haar boek Friends of God and Prophets dat er in de lange katholieke traditie twee concurrerende ‘modellen’ van ‘bidden op voorspraak’ bestaan.
Enerzijds is er wat zij het ‘companionship model’ noemt. In deze traditie worden heiligen vooral gezien als begeleiders, vrienden, oudere broeders en zusters in Christus. Dit model ontsprong in de vroege kerk. De eerste generaties christenen herdachten hun martelaren, vereerden hen en vierden de eucharistie bij hun graven. Zij werden ook aangesproken, zoals blijkt uit oude grafinscripties. In dit model staan de heiligen aan onze kant en bidden met ons mee, alsof ze hun hand op onze schouder leggen.
vergeten
Maar met name sinds de middeleeuwen schoof een tweede model zich hiervoor: Johnson noemt dit het ‘patronage model’. De feodale maatschappij weerspiegelde zich in de kerk en zelfs in het hemelrijk. In dit model zijn heiligen voorsprekers en feitelijk ritselaars. Als je de goede heilige te pakken hebt, kan hij of zij iets voor je regelen. Deze heiligen, inclusief Maria, die zich gedurende de eeuwen een steeds prominentere plaats binnen de gemeenschap van heiligen verschaften, kwamen tussen God en de mens in te staan.
Het tweede model is door de reformatoren bestreden. Het eerste model is door katholieken lang vergeten.
Toch blijven katholieken geneigd in hun gebeden tot Maria of een andere heilige het voorspraakkarakter ervan te verzwijgen. Dan wordt de heilige bijvoorbeeld zélf om hulp of bescherming gevraagd, in plaats van voor hen om hulp te bidden. En als katholieke geestelijken Maria bijvoorbeeld vragen ‘ons te leiden naar Christus, uw Zoon’, dan blijft er toch een zweem van de heidense Moedergodin omheen hangen. Want Maria leidt niet, zij bidt.
Hier ligt nog een grote oecumenische uitdaging. Zij is niet zonder belang. Want op de keper beschouwd is ‘bidden op voorspraak’ uitdrukking van het christelijk geloof in de opstanding. Hij leeft, en zij die ons voorgingen leven in Hem.
Afbeelding van MIGUEL ANGEL CASTELAN via Pixabay
Gerelateerde berichten
07-05-2014 Reformatorisch Dagblad
"Heiligverklaring botst met Sola scriptura"
Heiligverklaringen staan haaks op het Sola scriptura, reageert ds. L. J. Geluk.
21-05-2024 Reformatorisch Dagblad
Vaticaan stelt nieuwe normen voor erkenning van wonderen en verschijningen
De Dicasterie voor de Geloofsleer van de Rooms-Katholieke Kerk heeft vrijdag strengere normen uitgebracht voor de vaststelling van wonderen en verschijningen.