Terug naar overzicht

Rooms-Katholiek
Paus

Franciscus was een profetische paus - die weinig ruimte liet voor andere profeten

Nederlands Dagblad | Hendro Munsterman

20 JUNI 2025

Terug naar overzicht

Is paus Leo XIV nu progressief, conservatief of een man van het midden? Misschien zijn deze termen minder bruikbaar dan andere termen die het nieuwe pontificaat kunnen duiden ten opzichte van zijn voorganger Franciscus. Dat zijn de bijbelse termen van koning en profeet.

In kerkelijke kring plakken we graag etiketten. Tegengestelde termen als ‘progressief’ en ‘conservatief’ worden dan gebruikt voor de twee flanken die de kerk zou kennen.

Soms gebeurt dat zelfs met politieke termen als ‘links’ en ‘rechts’, die aan de werkelijkheid nog minder recht doen. Het is een versimpeling van de werkelijkheid, maar je ontkomt er niet aan om spanningen en ontwikkelingen te kunnen duiden.

‘Paus Franciscus is niet progressief en niet conservatief, hij is radicaal’, zei de Duitse kardinaal Walter Kasper ooit over de vorige paus. Met ‘radicaal’ bedoelde hij dat Franciscus terugging naar de wortel (radix in het Latijn) van het evangelie.

Kerk bij de tijd brengen

Daarmee gaf hij in zekere zin ook aan dat ‘vernieuwing’ in het christendom vaak een terugkeer is naar de bronnen ervan.

Zo was het kerkvernieuwende Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) mede het resultaat van een herontdekking van de Bijbel en de geschriften van de kerkvaders. De twee centrale woorden van het concilie waren dan ook aggiornamento (Italiaans voor ‘bij de tijd brengen’, ‘updaten’ zouden we nu zeggen) en ressourcement (Frans voor herbronning).

Dezelfde kardinaal Kasper zei vorige week dat de nieuwe paus Leo XIV ‘niet links of rechts’ is, maar ‘in het centrum van de kerk’. Het woord ‘radicaal’ viel ineens niet meer. En dat zou weleens een aanwijzing kunnen zijn voor een belangrijk verschil tussen beide pausen.

Profeten zijn naar

Met zijn radicaliteit had Franciscus trekken van een oudtestamentische profeet. Hij rammelde aan vastgeroeste deuren, drukte ons met de neus op de feiten, streek tegen haren in en schroomde niet om stevige woorden te gebruiken. Dat is ongebruikelijk voor pausen.

Het hoort misschien ook niet bij pausen. Het Oude Testament beschrijft hoe God profeten zendt naar het volk Israël om hen op te roepen tot bekering. Deze profetische functie is nodig zo gauw het volk een koning krijgt. Macht heeft tegenspraak nodig.

Profeten zijn radicalen. Zij voorspellen niet zozeer de toekomst, zij kondigen rampspoed aan als de koning en het volk zich niet bekeren. Profeten zijn vreselijk nare luizen in de pels.

Dat was paus Franciscus ook. Iedereen die echt naar hem luisterde, moest zich ongemakkelijk voelen, zoals ook het evangelie iedereen ongemak bezorgt omdat het radicaal is. En toch wist Franciscus harten te winnen, omdat ook iedereen voelde dat hij oprecht en authentiek was.

Zo kreeg de leider van de Katholieke Kerk - een man met vrijwel absolute macht, die daarmee met een oudtestamentische koning vergeleken kan worden - ineens profetische trekken. En daarmee contouren van de tegenmacht die macht nodig heeft. De profeet was het hof binnengedrongen en op de troon gaan zitten.

Profetische stemmen opgedroogd

Leo XIV ontpopt zich in zijn eerste weken als een meer klassieke paus. Dat geeft meer ruimte voor profetische stemmen in de kerk. Die waren tijdens het twaalf jaar durende pontificaat van Franciscus vrijwel opgedroogd. Franciscus nam alle plaats in en schudde kerk en wereld door elkaar.

Onder Leo XIV, een paus die weer ‘gewoon’ paus is en leiding geeft aan de kerk, zal er automatisch weer meer plaats zijn voor gelovigen - onder wie priesters, bisschoppen, kardinalen - die de boel door elkaar schudden.

Leo XIV zal daarvoor vast ook ruimte bieden, meer dan onder Johannes Paulus II en Benedictus XVI mogelijk was. Leo XIV is een luisterende paus. Alle stemmen moeten gehoord worden, zo leerde hij van zijn voorganger. Maar hij hoeft die profetische stem niet zelf te zijn. Dat past ook niet zo bij zijn temperament.

En misschien is er nog een andere mogelijkheid om dit nieuwe pontificaat te duiden: in termen van ‘binnen’ en ‘buiten’.

Het 26 jaar durende pontificaat van paus Johannes Paulus II (1978-2005) valt te typeren als ‘open naar buiten, gesloten naar binnen’. Deze Poolse paus was uiterst vooruitstrevend als het gaat om de oecumene, de interreligieuze dialoog en de internationale politiek. Maar binnen de kerk eiste hij kadaverdiscipline en werden vooruitstrevende stemmen in de kiem gesmoord.

Niet meteen progressieve paus

Zijn Duitse opvolger Benedictus XVI was gesloten op beide terreinen. In de oecumene en de interreligieuze dialoog was hij veel terughoudender dan zijn voorganger. Ook vond hij dat de Katholieke Kerk op geopolitiek vlak een minder grote rol moest spelen en zich vooral moest bezighouden met geestelijke zaken.

Franciscus - de derde in de rij niet-Italiaanse pausen - was juist zowel naar ‘buiten’ als naar ‘binnen’ open. Hij stond in de voetsporen van Johannes Paulus II als het gaat om oecumene, interreligieuze dialoog en kerkelijke geopolitiek. Maar hij bracht ook ruimte voor tegenstrijdige stemmen in de kerk.

Dat maakt hem nog niet meteen tot een progressieve paus. Maar hij gaf ‘progressieve’ stemmen wel ruimte. En dat zal met Leo XIV niet veel veranderen.